Of je je bedrijfsauto ook gebruikt voor privéritten naar de supermarkt of familiebezoek, let erg nauw. Heeft de Belastingdienst je op de korrel, dan valt de bewijslast zwaar, zo ondervond een uienboer.

Als ondernemer je auto voor de inkomstenbelasting opvoeren als auto van de zaak levert een interessante aftrekpost op. Behalve verkeersboetes, kun je alle kosten in mindering brengen op je inkomsten, zoals de afschrijving, het onderhoud, de benzine of diesel, de wegenbelasting, de verzekering, eventuele pechhulp en parkeerkosten.

Rittenadministratie

Rijd je, zoals de meeste ondernemers, privé meer dan 500 kilometer in je auto van de zaak, dan wordt een percentage van de catalogusprijs van die auto bij je inkomen opgeteld en betaal je daarover inkomstenbelasting. Het percentage hangt dan af van de CO2-uitstoot van de auto en bedraagt meestal 25 procent.

Deze bijtelling ben je niet verschuldigd als je met een sluitende rittenadministratie kunt aantonen dat je het afgelopen jaar minder dan 500 privékilometers hebt gereden.

De controle hierop is streng. Dat je de auto uitsluitend zakelijk gebruikt, valt niet eenvoudig te bewijzen, zo blijkt uit een recent oordeel van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een hoger beroep dat is aangespannen door een uienboer.

De ondernemer en zijn twee zonen hebben een bedrijf dat uien bewerkt en verhandelt en daarnaast een bv die beschikt over een personenauto en twee bestelauto's met dubbele cabine. De bv stelt de bestelwagens ter beschikking aan de uienhandel, onder doorberekening van alle kosten.

Vergrijpboete

Volgens de ondernemer worden deze bestelauto's uitsluitend zakelijk gebruikt, maar daar dacht de fiscus anders over. Die stuurde een naheffing voor de inkomstenbelasting en forse vergrijpboetes van 25 procent van het bedrag dat ten onrechte zou zijn ontdoken. Deze boete krijg je volgens de Belastingdienst als je onjuiste informatie hebt verstrekt.

De ondernemer stapte hierop naar de rechter, die hem deels in het gelijk stelde. Daarna volgde een hoger beroep. De ondernemer overlegde verklaringen van de chauffeurs dat zij de bestelauto's niet privé hebben gebruikt. Ook voerde hij aan dat de wagens naar uien stonken.

Maar dat was voor het Hof onvoldoende bewijs dat de auto's nagenoeg uitsluitend geschikt waren voor goederenvervoer. De rechter vond het aannemelijk dat de bestelauto's ook voor privédoeleinden zijn gebruikt. De ondernemer heeft dus pech en moet alsnog de naheffing en de vergrijpboete betalen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl